dinsdag 24 mei 2011

Ontmoeting in Schwetzingen

Onlangs was ik in Schwetzingen,  een stadje in de buurt van Heidelberg. Jaarlijks worden daar in het Schloss de Festspiele gehouden, een verrukkelijk evenement voor muziekliefhebbers. Ik woonde concerten bij in de jachtzaal, in de Mozartzaal en in het Rococotheater. Dat theater werd geopend in mei 1753. In augustus van hetzelfde jaar 1753 vertoefde Voltaire twee weken in het slot. Hij had een groot conflict achter de rug met Frederik de Grote van Pruisen, hij was zwaar vernederd en zou Frederik nooit meer terugzien. Hij kwam naar Schwetzingen om zijn wonden te likken. Bij wijze van troost kon hij de opvoering van verschillende van zijn eigen toneelstukken bijwonen, in hetzelfde schattige theatertje als waarin ik mocht luisteren naar het Kurzpfälzisches Kammerorchester. In 1753 was Émilie al dood, maar ze was ongetwijfeld nog in zijn gedachten. Zij had hem altijd gewaarschuwd voor de grillige, heerszuchtige Frederik.

Rococotheater in het Schloss van Schwetzingen. Er is plaats voor ongeveer 530 personen, 1/3 van het aantal personen dat het Muziektheater in Amsterdam kan herbergen.
.

vrijdag 13 mei 2011

Kortstondige specialisten

Ik kreeg een scriptie toegestuurd van een studente Frans uit Utrecht, Paulien Hesselink, die de moed had gehad om de vertaling te bestuderen van de Principia mathematica van Newton door Émilie du Châtelet. Paulien had een vergelijking gemaakt met andere vertalingen van dezelfde tekst en interessante conclusies getrokken. Zo vertaalt Émilie tamelijk voorzichtig door nogal eens `kunnen’ toe te voegen waar Newton stellige beweringen doet. Misschien, zo lees ik in de scriptie, deed Émilie dat omdat het wereldbeeld van Descartes in Frankrijk nog stevig gevestigd was en je daar maar het beste niet al te bruut aan kon tornen. Newtons `aantrekkingskracht’ maakte indertijd een magische, middeleeuwse indruk. Intussen weten we wel beter: die aantrekkingskracht is een effectief verklaringsmodel gebleken en heeft het wereldbeeld van Descartes volledig verdrongen.
            Paulien wil zich het liefst nog verder in deze materie verdiepen en vroeg of ik er ook nog mee bezig was. Maar nee. Vertalers zijn meestal kortstondige specialisten. Mijn specialisatie van dit moment is Descartes, en dan vooral zijn stijl, zijn taalgebruik. Als me gevraagd wordt een lezing te houden over bijvoorbeeld Montesquieu, moet ik eerst hard aan de slag, want mijn kennis van Over de geest van de wetten en de Perzische brieven is enigszins ingesluimerd. Toch is deze vertaalster naast een kortstondige ook een permanente specialist: van het Frans, van het vertalen zelf.


Titelpagina van Algarotti’s Il newtonianismo per le dame (1737). Francesco Algarotti was een Italiaanse filosoof. Hij bezocht Émilie en Voltaire in Cirey en wordt op deze titelpagina samen met haar afgebeeld.

dinsdag 10 mei 2011

Spelen op zolder

Onlangs verbleef ik in de buurt van het kasteel van Cirey, waar Émilie du Châtelet en Voltaire jarenlang gelukkig waren. Er is daar een zaal vol imposante instrumenten, die dienden voor hun natuurkundige proefnemingen. Maar de aardigste ruimte is toch wel het theatertje. Ze hadden het laten bouwen onder de hanenbalken, met een paar rijen banken, een piepkleine loge, een flink toneel. Er was nauwelijks plaats voor publiek, en dat hoefde ook niet, want ze speelden voor hun eigen plezier. Dorpsgenoten en gasten moesten mee het toneel op om de bezetting compleet te krijgen. Naar verluidt zat meestal alleen het hondje naar de voorstelling te kijken. Dat hondje hoefde niet bang te zijn om te worden opengesneden of anderszins aan de wetenschap te worden opgeofferd. In zijn Dictionnaire philosophique (1769) zet Voltaire zich heftig af tegen de opvatting van Descartes dat dieren machines zouden zijn. Ik citeer uit het lemma `Dieren’, in de vertaling van J.M. Vermeer-Pardoen: